Met beer op de bus

Ik zag hem al bij het instappen. Onder de arm van een mevrouw. De mevrouw kon ik niet goed inschatten. Wie staat er dan ook op het busstation met een toch wel grote beer onder haar arm? Die mevrouw dus! Ze wachte tot iedereen naar binnen was en stapte ook in. Ik had inmiddels een plekje gevonden achter de buschauffeur op zo’n “tegen-over-elkaar-zit”-bankje. Lekker ruimte voor mijn benen zolang het het niet al te druk werd.

Ik zal het waarschijnlijk wel aantrekken maar de mevrouw met de beer ging schuin tegenover mij zitten. Beer kreeg de plek tegenover mij en de bus vertrok. Ik keek de beer aan, beer keek terug. Ik vroeg mij af of ik over het weer zou beginnen of dat ik zou vragen of ik misschien een foto van hem mocht nemen. “Hem” want iedereen weet natuurlijk dat grote bruine beren van stof per definitie mannetjes zijn. Net als elke andere teddybeer trouwens! Zelfs die met een rokje aan.

Het was echt een grote beer. Zo groot als een kind van een jaar of zes. Een donkerbruine lusjes beer met zwarte vilten zolen, zwarte vilten neus en zwarte ogen. Hij stond niet bol van de vulling, een beetje slappe beer. Een echte knuffelbeer. Na een poosje bedacht ik dat dit waarschijnlijk een echte “self-made” beer was. Wat moest een volwassen vrouw in de bus met een beer? Ik durfde het niet te vragen, was bang voor een droef verhaal over een verloren dochter of een romantisch verhaal over hoe ze hem gekregen had van haar lieve vriend. En zo zat ik tegenover beer. Ik keek beer aan, beer keek terug.

Paf! Een grote elleboog kwam neer op het achterhoofd van beer. Ik schrok. Dit was zeker niet de moeder van beer! Die zou dat nooit doen. Beer zat plotseling met zijn neus op zijn knieen en een elleboog in zijn nek. De vrouw ondersteunde haar hoofd en deed haar ogen dicht. Zij gaf niks om beer! Beer was niet meer dan een ding voor haar. Ze was misschien de grote boze stiefmoeder van beer. Niets was meer over van de vrolijke beer die mij aan had zitten kijken. Nee, het was nu een heel, heel zielige beer. Ik keek naar beer, beer keek naar zijn grote teen.

De boze stiefmoeder ging verzitten, een knijpende arm om beer heen. Niet liefhebbend teder, nee, puur om zichzelf te ondersteunen. Beer zat rechtop maar gelukkig was hij niet meer. Bij de volgende halte werd het druk. Beer werd zonder verdere plichtpleging achterin het bagagerek bij de buschauffeur gedumpt. Daar lag hij. Zijn linkerbeen naast zijn linkeroor, zijn neus richting het gangpad, verfromfraaid. Ik wilde niet meer naar beer kijken. De berenmishandelaarster was opgeschoven naar tegenover mij. Zat onderuitgezakt met haar ogen dicht. Een zak lappen.

En alles in mij schreeuwde: “Terug die beer!”

beer

4 Responses to “Met beer op de bus”

  1. gerooide Says:

    😥 jemig, wat een treurig verhaal 😥

  2. Axelle Says:

    Gelukkig had de beer een boze stiefmoeder anders was het niet zo`n gevoelig verhaal geworden, denk ik zo.

    Ontroerend vind ik dat jongetje tegenover de beer die het zielig vind!
    Had (of heeft) hij zelf misschien ook een beer waar hij diepe gevoelens voor koestert?

  3. Drs. Johan Arendt Happolati Says:

    Heer Muisgrijs toch algelijk!
    Ge moogt U het lot van knuffelberen niet zo aantrekken. Ge zijt te goed voor deze wereld.
    Vol bewondering om zoveel empathisch vermogen, groet ik U nochtans.
    De Drs.

  4. MG Says:

    Verdrietig he? Kabouters hebben tenminste het KBF… beren hebben dat niet. Wel kennen die de berendokter, dat dan weer wel! 😆

    Axelle, dit was echt een geweldige beer!

    Dank @ Gerooide en de Drs.!

Leave a Reply