Archive for juli, 2007

Muziek: Babylon Zoo – “Spaceman”

zaterdag, juli 14th, 2007

Muridae Ferro

zaterdag, juli 14th, 2007

Ik wil vertellen van Dagtar de ruimtejutter maar niemand luistert. Deze kroeg stinkt en niemand leent mij één van zijn drie oren om mijn hart aan uit te storten. Dagtar, die met zijn schip op de rand van het heelal niets anders deed dan wachten op wat op hem af dreef. Oude satellieten, kapotgeschoten wrakken, schepen waarvan de bemanning massaal gestorven was. Dagtar enterde alles, stripte de boel en duwde de resten desnoods zelf de rand over. Favoriet bij Dagtar, net zoals bij alle ruimtejutters, waren de ruimtelijken van de Vløch. De Vløch waren een rijk volk dat geloofde dat geluk over de rand lag. Daarom stuurden ze hun doden, voorzien van alle rijkdom, in capsules richting de rand. Als ruimtejutter kon je een jaar lang leven van één capsule, de rest was dan winst. Helaas stierf er maar één Vløch per 100 jaar…

Barman schenk mij nog eens in, van die Anebische room en ach wat, laat ik eens gek doen: een schoteltje ferroblokjes zonder gaten. Kan er ook een raam open? Wiens oor is dit? Het is groot genoeg, laat mij praten.

Dagtar, de ruimtejutter, keek niet op een ruimteleven, ruimtewezen minder of meer. Zo sneuvelde eens een beeldschone Klaquenesse, als enige overgebleven op een schip. Haar technieken konden haar niet redden en nadat hij genoten had was een uitgeschoten nagel voldoende. Die doorboorde één van haar vijf harten dat lag achter haar vierde borst. Een borst die daarvoor nog gekoesterd was. Dagtar was geen fijne man.

Ach u kent mij niet? Muridae Ferro, zo heet ik, wij allemaal. Wij zijn met velen op een schip naar de rand gevaren. Gedreven eigenlijk. Want alhoewel het schip van kunststof was, was de motor van metalen.

Zo kwam het dat Dagtar ons vond, we waren echt met duizenden. Nog voor de sluis volledig aangekoppeld was waren de eersten al bij hem aan boord, bijna stervend van de honger. Toen begon het grote moorden. Maar we moesten wel, gedreven door al dat mooie metaal. Duizenden van ons zijn gestorven tot ik alleen nog over was. En Dagtar… in een schamele capsule.

Barman, nog een schaaltje ferroblokjes graag! Zeg oor, je luistert toch nog wel?

Net voordat we rand passeerden kwam er een Vløch-schip langs. Zo’n ruimtejutterjager. Dagtar werd uit zijn capsule gehaald en ik heb mij aan boord verborgen. De Vløch kenden geen mededogen en Dagtar werd opgeblazen en leeggepompt. Zijn gele vel werd aan de muur gehangen naast een bordje met zijn hoofd. Voor de zekerheid ben ik wat stiller gaan knagen. Zo kwam ik hier zonder mezelf te verliezen.

Ik zie u lachen, merk dat u mij niet geloofd. Kijk hier jij oor, ik ben niet dronken! Hier in deze ruimtekrant. “S.S. ‘Alpha I Top’ geheel opgevroten” en “Dagtar de ruimtejutter verliest zijn kop!”

Uit een grijs verleden (31)

vrijdag, juli 13th, 2007
Staatsman
(c) Ikke

Op de balk

woensdag, juli 11th, 2007

Naast de balk waarop mijn leven loopt
staan twee goede vrienden

Licht loopt rechts
houdt me vast
zorgt voor evenwicht

Links doet niets
maar staat altijd klaar
om mij op te vangen
als ik val

hij wacht
hij weet
ik val
ooit

Libelle

zondag, juli 8th, 2007
libelle2-stephen.jpg
(c) Ikke

Alles is rustig aan het logfront

vrijdag, juli 6th, 2007

De cd van Linkin Park die grijsgedraaid wordt, rochelende rokers bij de bushalte zodat je je tas niet neer kan zetten, Michaella die verliest, beginnende verhalen die niet verder gaan na 1 alinea, gedichten die niet willen lukken, dat het stormt, dat ik niks gebrand krijg met mijn pc-tje en dat de man van de computerwinkel dat dan weer fluitend wel kan, dat ik een dekbedovertrek al dagen moet opvouwen, dat de poes elke ochtend veel te vroeg bij de drempel staat te mauwen om eten.

Dat soort dingen, ja.

Meer is het niet
Meer hoeft het niet te worden

Het is goed

Er kan maar 1 ding beter, misschien wel twee
Ik ga ze dromen…